zondag 9 november 2014

Ik: het beest.

Ik kan er nog heel slecht mee om. Ik hou me sterk en straf maar mijn innerlijke schreeuw wordt een - door merg en been- huil waar ik niets kan tégen doen, maar ook niks meer méé kan doen.



Ik droom opnieuw. Slecht.

Het huilen begint zich een weg naar buiten te banen.

Wenend wakker worden, dat heb ik al vaak meegemaakt, al was het nu toch een half jaar geleden. Het jammerende huilen dat er deze week al 2 keer bijkwam, is nooit eerder gebeurd.

En het gaat altijd over hetzelfde: verlaten worden, in de steek gelaten worden, ...

Gevoelens, te hevig, maar dat maakt ze niet per sé echt.

Wie laat me in steek buiten ikzelf? Wie laat anderen in de steek buiten ikzelf?

Ik weet niet of dat klopt. Maar het raast door mijn kop.

De pijn die ik niet kan verdragen en zich als een verdrukte fundering onder mijn gevoelsleven persoonlijkheid bevindt doe ik anderen aan, bewust, tastbaar, uitgesproken, vernietigend, ...

Niemand kan mij verplichten iets anders te voelen dan wat ik voel. De bijhorende twijfel maakt het niet minder accuraat.

De woede die ik voel onderdrukt houden, ik zou ze uitwerken op de zwakkeren.

Wat een vreselijk eenvoudige oplossing voor de amper te controleren razernij lijkt - ze even toelaten - is niet geoorloofd. Iets doen aan de stressor, hem beëindigen is niet gewenst. Dat is een leugen, maar ik kan niet anders dan op zulke momenten (wanneer ik visualiseer wat ik zou kunnen doen) ook denken aan de momenten erna... het schuldgevoel, de onherstelbare schade, de wetenschap iets onherroepelijk vernietigd te hebben... Daar toch aan toegeven is geen vrijheid (vrijheid van woede) maar criminaliteit.

Op momenten dat iets of iemand de stressknop aanraakt zou ik écht door de deur gaan, iets kapotmaken, gooien, zwieren, brullen, ... het is geen mantra, het is geen dreigement, het is niets van dat, het is zo echt als ik het voel. Ik doe mezelf en anderen een gunst door niet te bewijzen hoe reëel het is... dus beoordeel en onderschat me niet op het zogezegd afwezig zijn van woede, geweld-daden of reden daartoe. Dat ik van de blaffende hond van de buren binnen de muren van mijn appartement (mijn veiligdom) tot waanzin wordt gedreven lijkt misschien best wel komisch, menselijk, normaal, begrijpelijk, ... maar dat geloei is voor mij een 'instant anger trigger'... ik voel mijn hart daardoor verkrampen, mijn maag trekt samen, zenuwen gieren door mijn lijf... dit is geen gewone ergernis... op vlak van die emoties ken ik geen mate meer, het gaat van 'ergernis afwezig' naar 'dissociatieve razernij' op minder dan 3 seconden.

Hoe lang dit allemaal al leeft, is zijn betekenis verloren. De problemen liggen niet in het verleden, maar in het nu. Alles is een aanloop geweest naar nu. De confrontatie met het beest in mij, dat beest dat ik graag moet proberen zien, komt dichter en dichter.

Maak ik het beest kapot of krijgt het beest mij te pakken - en is er een verschil?



Geen opmerkingen:

Een reactie posten